ALLERLEI

NIEUWS, WETENSWAARDIGHEDEN EN ADVERTENTIES VAN ABONNEES

 

LAATST BIJGEWERKT OP 6 februari 2006

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Een woordje van de redactie…….

 

Geachte lezer,

 

Bij dit derde nummer van Aviculture-Europe, begint alles steeds meer gestalte te krijgen. We hebben een behoorlijke auteursbezetting en een gevarieerd en interessant artikelenpakket. Bij de opzet van ons blad waren wij uitgegaan van de meest voor de handliggende en grootste groep, namelijk de gebruikers van een MS Internet Explorer browser.

Inmiddels kunnen ook de gebruikers van een Mozella en Firefox browser probleemloos aanloggen. Om praktische redenen zal de lengte van de artikelen beperkt blijven tot ca.1 Mb, in voorkomende gevallen zullen artikelen daarom in tweeën gedeeld worden. Voordeel hiervan is de overzichtelijkheid en het beperken van downloadtime.

Bij deze uitgave is de inhoud van het vorig nummer wederom in het archief opgenomen. Stelt u zich eens voor wat een gewichtige databank dit archief in de loop der jaren zal gaan vormen voor de abonnees!

Verder zijn we bijzonder verheugd met onze buitenlandse medewerkers die daarmee ons magazine precies die allure geven, die we ons gedacht hadden. Zij vormen immers onze doelgroep, wij beperken ons niet tot Nederland. Met enthousiasme wordt er meegewerkt vanuit België, Zuid-Afrika, Engeland, Spanje, Frankrijk, Duitsland en Canada, waarvoor onze dank.

Evenzo bedanken wij de bezoekers van onze website voor de vele positieve reacties en de goede wensen voor het nieuwe jaar.

 

Met vriendelijke groet,

namens het redactieteam,

Nico van Benten

 

 

 

 

 

 

 

 

DE LIJST

 

De winnende foto van de maand februari 2006 is geworden:

 

 

Gaditano Kropper. Foto ingezonden door Ellen Jongerling (NL)

 

 

Heeft u óók een foto die mooi genoeg is voor een plaatsje in ‘DE  LIJST’ ?

 

Mail die foto dan naar redactie@aviculture-europe.nl onder vermelding van: ‘de lijst’. Telkens bij het verschijnen van een nieuwe uitgave van Aviculture Europe, zullen wij uit de inzendingen een nieuwe foto kiezen, die vervolgens twee maanden lang op deze ereplaats zal prijken in ‘de lijst’ en de inzender van de uitverkoren foto krijgt bovendien een jaarabonnement op Aviculture Europe*.  Ingezonden foto’s komen ter beschikking van Aviculture Europe. In geval van plaatsing zal de naam van de fotograaf altijd vermeld worden.

*Slechts 1x per persoon te winnen!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Wat is uw vakantiebestemming in 2006?

 

Wat dacht u van een rondgang langs de duiventorens in het nog niet door toeristen overspoelde Franse departement “Tarn et Garonne”. Als uitvalbasis is het vriendelijke 13e-eeuwse stadje Valence d’Agen, met 5.000 inwoners, hiervoor zeer geschikt.

 

 

Valence d’Agen ligt 637 km ten zuiden van Parijs en 60 km zuidelijk van Cahors. Montauban is op een afstand van 48 km, en Toulouse op 98 km. Er is een treinstation, met directe verbinding naar Marseille en Bordeaux. Iets ten zuiden van Valence d’Agen is de autoroute A62 “Entre Deux-Mers” gelegen en naar het noorden is de A20 die in de richting van Parijs voert.

 

Valence d’Agen is een bloemenstad, waar het plezierig wandelen is langs de openbare wasplaatsen, de pleinen, z’n haven en de duiventorens.

 

Wanneer u even langs het Office de Tourisme gaat, dan heeft men diverse routes van 18 tot 33 km voor u klaarliggen om de duiventorens te bezoeken.

 

OFFICE DE TOURISME **

27, bis rue de la République - BP 100, 82400 VALENCE D’AGEN
tél. 05.63.39.61.67, fax : 05.63.39.59.19
E-mail : tourisme.valencedagen@wanadoo.fr
Site internet : www.valencedagen.fr
Bureau is het gehele jaar geopend van dinsdag tot en met zaterdag, maandags gesloten.

 

Onderstaande routekaart kan op A-4 formaat worden uitgeprint. 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

DE FRANKISCHE GANZEN ZIJN ERKEND!

 

 

Om   een nieuw ras of  kleur in Nederland erkend te krijgen moet men aan bepaalde regels voldoen.In dit artikeltje beperken we ons tot de erkenning van een in het buitenland erkend ras.

De in te zenden dieren, tenminste een van elk geslacht, moeten voorzien zijn van een vaste Nederlandse voetring. Dit was vorige keer de eerste hindernis. De ganzen die Ernst Mensinger had gefokt hadden een duitse ring. Zij moesten jongen voortbrengen die een Nederlandse ring droegen.

Op de Noordshow 2006 was het zo ver. Vier dieren werden in gezonden.  

De standaardcommissie moet ruim voor de keuring beschikken over een vertaalde rasbeschrijving uit het land van erkenning. De vertaling van de Duitse rasbeschreiving plus foto's werden opgestuurd, zodat de keurmeesters zich konden voorbereiden.

Wij selecteerden een koppel uit 2004 en een koppel uit 2005. De oude gent kreeg Zg 94 en zijn gans V 90. De jonge gent F 96 en de jonge gans F 96.
Om voor erkenning in aanmerking te komen moeten twee dieren tenminste G 91 punten halen en daar hebben deze Frankische ganzen ruimschoots aan voldaan. Dit werd bevestigd in een officiële brief van de standaardcommissie.
Hiermee is een langlopend project van de Nederlandse Pluimvee Sociëteit  (de erking van de Frankische Landgans in Nederland) succesvol afgesloten.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

WELKE PLANT IS DIT ?

 

Tekst: Ruud Kreton.

Foto’s: met dank aan Jean-Louis Cheype.

 

Paardebloem - Taraxacum officinale.

(aanvulling bij het artikel: Over Pluimvee. Zie elders in dit nummer)

 

De Latijnse naam is Taraxacum officinale. Tarax is afgeleid van ‘taraxis’ en acum van ‘keomai’. Taraxis betekent oogziekte en keomai is genezen. In de Middel­eeuwen heette de oogziekte waartegen deze plant werd gebruikt nl. taraxis. De plant waarover we het hebben heet in het Nederlands ‘Paardebloem’, ook wel genoemd Papenkruid, Boerenverdriet of Pluisbol. Het is een algemeen voorkomend huid in heel Europa, voornamelijk in wegbermen en graslanden. Door het enorme uitzaaiend vermo­gen komt het echter ook veelvuldig voor in uw tuin en/of gazon. Het is een winterharde, vaste plant die behoort tot de familie van de Compositae (= veel bloemetjes verenigd tot één bloem, denkt u maar aan bijv. Zonnebloem of kamille).

Ze groeit vanuit een bladrozet en is met een lange penwortel stevig in de grond verankerd. De gele bloemen, die zich alleen volledig openen in de volle zon, staan op gladde, holle stengels van ongeveer 20 tot 25 cm lengte. De bloeitijd is april-mei en september De bladeren van het bladrozet zijn variabel van vorm en grootte, bijna gaafrandig tot diep ingesneden, enigszins gekarteld met duidelijke middennerf. De hele plant met inbegrip van de penwortel bevat wit melksap met een bittere smaak. Dit witte melksap werd in de Middeleeuwen gebruikt als smeersel tegen de oogziekte Taraxis. In de huidige homeopathische geneeskunde wordt de plant gebruikt ter bereiding van plaspillen en als preventief middel tegen maag- en darmstoornissen. Tevens werkt de plant bloedzuiverend en is stimulerend voor de lever, gal en alvleesklier.

 

 

 

De naam Boerenverdriet dankt de paardebloem aan zijn penwortel, bladrozet en zaadpluis. Eenmaal zich gevestigd in het weiland, is het een vrijwel onuitroeibaar ‘on’kruid. De penwortel loopt steeds weer opnieuw uit bij afbreken, de bladrozet voorkomt grasgroei en het zaadpluis zorgt dat her en der weer nieuwe planten ontstaan.Tot groot verdriet van de boer.

De naam Pluisbol is afgeleid van de vorm van de zaaddragende pluizige bloemhoofdjes. Als een zilveren bol hebben deze de plaats ingenomen van de uitgebloeide gele bloemen. De zaadjes in deze bol zitten met een ragdun steeltje vast aan een pluizig parachuutje en worden verspreid door de wind. In Midden-Nederland wordt de Pluisbol ook wel lampje genoemd. Dit, omdat de pluisbol oplicht in het donker en het wegblazen van de zaadjes enigszins lijkt op het uitblazen van een kaars of lampje.

Dan de aanduiding Papenkruid. Dit heeft niets te maken met een geestelijke, maar verwijst naar een vogeltje, nl. het Paapje, dat te vinden is op rijpe pluisbollen om de zaadjes op te pikken.

 

Kippen eten graag paardesla. (Zie ook ‘Over Pluimvee’ elders in dit nummer) Ook aan kuikens vanaf  enige weken oud kan dit als groenvoer gegeven worden. Het blad moet dan wel kleingesneden worden. Het heeft een hoge toegevoegde voedings­waarde en bevat verschillende vita­minen, mineralen en sporenele­menten. Groenvoer geven moet je altijd geleidelijk doen. Het spijs­verterings­proces gaat zich dan anders gedragen. Meestal geeft het geen probleem. Paardebloemblad is soms, afhankelijk van de hoeveelheid en gevoeligheid van de kippen, laxerend of vochtafdrijvend.                                                                   

Foto: Mark Koers

 

Het blad van de paardebloem is ook eetbaar door de mens; daarvan werd al in de Middeleeuwen dankbaar gebruik gemaakt. Op grote schaal werd ‘Molsla’ gekweekt; molsla is echter geen sla, maar een verbeterde paardebloem. Men had ontdekt dat paardebloembladrozetten onder opgeworpen molshopen, bleek van kleur waren en niet zo bitter smaakten als het groene blad. In klooster- en kasteeltuinen en later ook op buitenplaatsen ging men toen kunstmatig bladrozetten kweken en bleken voor de consumptie.

Naderhand heeft de teelt van witlof de molsla geheel in het vergeetboek doen belanden. Tegenwoordig zijn er echter molsla-selecties met zeer brede bladeren ontwikkeld voor de hobbytuinder. Het is zeer leuk om eens zo’n teeltje te proberen als luxe groente. In tegenstelling tot vroeger dekt men de planten niet meer toe met een laag grond, maar wordt vlak boven de grond zwart plastic folie aangebracht.

Niet alleen het blad maar ook de wortel kan worden gebruikt, zowel vers als gedroogd. In verse toestand bijv. fijngesneden in kleine hoeveelheden; in gedroogde toestand als koffiesurrogaat. Daartoe wordt in het 2e najaar (na het zaaien) de wortel gerooid, want dan is hij groot genoeg. Na droging wordt deze geroosterd en vermalen en is te gebruiken als koffiesurrogaat. Het smaakt niet zo pittig als echte koffie maar is in ieder geval cafeïnevrij.

 

Zo ziet u maar: de paardebloem is anders dan u wellicht dacht en beslist géén onkruid.

 

 

 

 

 

 

 

 

GEZIEN  IN ‘DE SPIEGEL’ OP ORNITHOPHILIA 2005

 

 

 

In ‘De Spiegel van de liefhebberij’ op deze tentoonstelling kunnen fokkers hun nieuwste creaties laten zien aan het publiek. Deze haan werd hier voorge­steld als  “Flakkees Naakthals”. Volgens de fokker, A. de Penning uit Oolt­gens­plaat, is dit vecht­hoen 4 jaar geleden ontstaan uit een kruising tussen een Naakthalskriel en een grote Maleier haan, die over het hek gewipt was.

De nakomelingen werden steeds onderling gepaard. Inmiddels resulteert dat in aardig uniforme types, zoals de haan op de foto. Er blijft nog steeds wel wat verschil in kleur.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

VEERDEFECTEN BIJ SIERDUIVEN

 

Veerdefecten, zoals gespleten pennen en bloedpennen bij sierduiven, worden mees­­tal toegeschreven aan vitaminetekorten, maar opvallend is dat spleet­pennen in de regel worden aangetroffen bij die sierduivenrassen waar meer dan het standaard aantal van 12 staartpennen wordt verwacht.

 

Zo’n ras is de Spaanse Gorguero kropper, waarbij de staartpennen allereerst breed worden verlangd en een aantal van 13, 14 of zelfs 15 staartpennen als rasadel wordt gezien. Overigens is zo’n duif met 13, 14 of 15 staartpennen niet te fokken. Het zit in het ras en het openbaart zich spontaan. Zelfs uit twee ouderdieren met 13 staartpennen hoeven nooit dieren met 13 staartpennen voort te komen. Maar uit twee ouderdieren met het standaardaantal van 12 staartpennen, ‘valt’ ineens een jong met meer staartpennen. De Gorguero vliegt (hierdoor?) met een iets holle staart, waardoor hij zich onderscheidt van de Jiennense kropper, die voor een leek bij eerste aanzicht veel van de Gorguero wegheeft.

 

 

Foto links:

De middelste staartpen van een Gorguero kropper blijkt gespleten en staat, als een omgekeerde V-vorm, zeer opvallend in de staart.

 

 

 

 

Foto onder:

De bewuste staartpen toont een bloedstolsel bij het begin van de splitsing. Het zou dus ook een veerbeschadi­ging kunnen zijn, die is opgetreden op het moment dat de veer nog niet volgroeid was

 

 

 

 

 

 

 

 

 

BOEKRECENSIE

 

 

 

 

 

JONG GELEERD IS OUD GEDAAN

Dit boek gaat over de opfok van kuiken tot leghen. Het is weliswaar geschreven voor de alternatieve (bedrijfsmatige) pluimveehouders, maar is beslist ook een uitstekend handboek voor de hobbypluimveehouder. Een boek wat nu eens geheel met het oog op het welbevinden van de kip geschreven is, al is de achterliggende gedachte dat een kip die zich goed voelt ook een betere productie zal hebben. Hoewel de hobbyfokker zelden of nooit uit is op productie of winst, getroost hij of zij zich altijd veel moeite om zijn kuikens tot optimale kippen op te laten groeien. Zaken als onrust in het hok en verenpikken vergallen echter menigmaal het plezier van de hobby en kunnen bij de raskippenfokkers zelfs de droom van de kampioenstitel wreed verstoren.

In dit boek wordt op prettige leesbare wijze uitgelegd hoe met behulp van eenvoudige leefregels en handelwijzen een stressbestendige koppel kippen te fokken is. Geen droge opsomming van een reeks wetenschappelijk onderbouwde conclusies, maar een logisch ingedeelde handleiding die ook nog eens doorspekt is met bijzondere ‘weetjes’, zoals waarom stress bij de moeders via de eieren al invloed heeft op de kuikens; dat verlichting in de broedmachine c.q. uitkomstkasten bange(re) kuikens geeft; dat kuikens wel degelijk ‘spelgedrag’ kennen en dat kuikens van één week oud al graag willen stofbaden. Maar ook zaken als hoe de afweer op ‘natuurlijk wijze’ versterkt kan worden, wat het verschil is tussen ‘hoofdvoer’ en ‘bijvoer’ en de mens-dierrelatie komen aan de orde; vooral dit laatste is niet te onderschatten!

Dit boekje, wat voorzien is van vele kleurenfoto’s, zal door iedere kippenliefhebber afwisselend met verbazing en met een glimlach van herkenning gelezen worden. De relevante informatie en praktische tips maken het tot een boek wat onmisbaar is voor iedereen die het beste met zijn kippen voorheeft.

 

De auteurs, Monique Bestman en Christane Keppler, beschrijven de achtergronden van kippengedrag aan de hand van wetenschappelijk onderzoek en de ervaringen van pluimveehouders. Christiane Keppler doet promotieonderzoek naar de opfok van leghennen bij de Faculteit Biologische Landbouw van de Universiteit Kassel in Witzenhausen (Duitsland) en Monique Bestman werkt als onderzoeker dierenwelzijn bij het Louis Bolk Instituut te Driebergen.

Het boek is onderdeel van het project Ekopluim en wordt uitgegeven door het Louis Bolk Instituut, pionier in natuurwetenschappelijk onderzoek en vernieuwing van de biologische landbouw, voeding en gezondheidszorg. www.louisbolk.nl De prijs is € 10,00 excl. verzendkosten en het is telefonisch te bestellen bij het secretariaat van het Louis Bolk Instituut te Driebergen, tel. 0343-523860 onder vermelding van het publicatienummer LV-55.

 

Een eerder verschenen boek van Monique Bestman, met als titel: KIPPEN HOUDEN ZONDER VERENPIKKEN is daar ook nog te bestellen onder publicatienummer LV-47. Prijs slechts € 5,00 excl. verzendkosten, zolang de voorraad strekt.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Belangrijk Historisch nieuws!

 

In samenspraak met de Chaamse Hoenders Club is overeenstemming bereikt om een foktoom Chaamse hoen­ders onder te bren­gen bij het Milieu educatief Centrum aan de Wolfslaardreef te Breda.  Dit is ´s land eerste edu­ca­tie­ve fokcentrum voor zeld­zame rassen. 

Op woensdagmiddag 25 januari om 15.30 uur werd een top fokhaan symbolisch overgedragen aan het MEC en bij de fokhennen gezet.

Tevens werd de samen­werkingsovereenkomst tussen het MEC en de Chaamse hoender­club getekend. Geregistreerde fokkers van het Chaams hoen kunnen broedeieren bekomen van de­­ze foktoom om op die manier het ras nog meer te verbeteren.

Nog meer goed nieuws: De Chaamse hoenders zijn ter erkenning gekeurd tijdens de Noordshow in januari 2006.  De goede kwaliteit  was aanleiding om over te gaan tot erkenning van het Chaamse hoen en het ras op te nemen in de Nederlandse standaard voor hoenders en dwerghoenders.

We kunnen met recht spreken van een ongekend succes. Dit is onze tweede mijlpaal nog geen half jaar tijd! In oktober 2005 is het Chaams hoen namelijk ook al door de wereld­organisatie Slow Food Foundation  als vierde culinaire streekproduct van Nederland erkend. Door deze cultuurhistorische bestemmingen terug te geven zien we het Chaams hoen gelukkig weer meer en meer terugkeren op boerderijen en landerijen in regio de Baronie.

 

Namens de Chaamse Hoender Club,

Ad Taks

ad.taks@home.nl

 

Het Chaams hoen is een oud Nederlands hoenderras, met koninklijke allure,  wat eind vorige eeuw nagenoeg was uitgestorven. Al omstreeks 1600 werden de Chaamse kapoenen geroemd om hun specifieke en heerlijke vleessmaak en waren zeer geliefd aan het hof.

Gecoördineerd door een kleine kerngroep maar gesteund door een grote, nog steeds groeiende groep sympathisanten is het Chaams hoen inmiddels in goede kwaliteit teruggefokt. Daarmee is een oud cultuur historisch levend erfgoed voor uitsterven behoed.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

BROEDEIEREN VERZENDEN EEN HACHELIJKE ZAAK?

 

In een modern digitaal pluimvee­magazine als Aviculture-Europe mag aan het begin van het broed­seizoen een artikeltje over het verzenden van broed­eieren niet ontbreken.

In het verleden werden enorm grote dozen ver­stuurd vol met allerlei materialen om breuk van de broedeieren te voorko­men. Dit was niet alleen kostbaar, maar vaak ook niet afdoende.

Een eenvou­di­gere en doeltref­fende methode voor de doe-het-zelver volgt hieronder.Afhankelijk van de grootte en het aantal eieren dat u wilt versturen, neemt u twee  stukken piepschuim, die op elkaar gelegd tenminste 5 cm dikker moet zijn dan de lengte van het ei.(Of 1 dik blok, wat u in de lengte doormidden zaagt.) In een van de helften tekent u het midden van de eiergaten af. Op deze punten prikt u een staafje ijzerdraad of een koploze spijker en drukt de andere helft hierop.

Voor het boren van de gaten kunt u een zogenaamde 7 gatenboor ge­brui­ken die u instelt op de dikte van de eieren. Vervolgens boort u op de gemerkte plaat­sen in elke helft de gaten met de diepte van een half ei.

En voilà, uw verzenddoos is klaar.

De eieren in tissue papier rollen en in de gaten plaatsen. Om het op een normaal postpakket te laten lijken nog in pakpapier pakken en u kunt ‘de doos’ verzenden.

Eieren, die zo worden verzonden, moeten bij aankomst tenminste 48 uur rusten alvorens te worden bebroed.



 

 

 

 

 

 

 

 

 

Wilt u ons helpen om Aviculture Europe in nog meer talen uit te brengen?

 

Wij zoeken:

Enthousiaste duiven-, kippen,- en sier- en watervogelliefhebbers die ons team kunnen versterken als vertaler:

* Nederlands in Engels, Frans, Spaans of Duits.

Of

* Engels in Frans, Spaans of Duits.

U hoeft niet een heel nummer te vertalen, maar bijvoorbeeld enkel het duiven- of het hoendergedeelte, of slechts een enkel artikel. Elke hulp is welkom, maar dan liefst wél op reguliere basis. Vele handen maken licht werk.

Uw reacties zijn welkom bij Nico van Benten uitgever@aviculture-europe.nl 

 

 

 

 

 

 

 

 
Op 23 januari 2006 vierde de stichting haar tweede verjaardag. Voldoende reden om hierbij stil te staan en u te informeren over de activiteiten van de stichting.
 
De successen van 2005

-          Fantastisch team van vrijwilligers, ieder met hun eigen expertise (hobbydierhouderij,dierengeneeskunde, relatiemanagement, internet, financiële, marketing, projectmanagement, bestuurskunde, etc)

-          Netwerk uitbreiding met partners: Nederlandse Pluimvee Sociëteit; Platvorm Verantwoord Huisdierbezit; Vereniging Landelijke Organisatie Dibevo;

-          Progressieve toename raadplegingen van de internet site (de informatiesite voor hobbydierhouders en media)

-          Projectplan ontwikkeld:’Naar een gedragscode voor houders van hobbydieren’ en op 5 december 2005 gepresenteerd aan het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.


De te verwachten successen 2006

-         Hoger beroep vijf hobbydierhouders uit de vogelpest periode 2003

-          Overheid zorgt voor de subsidie gedragscode. Een gedragscode waar wij hard voor gestreden hebben

-          Partijen, binnen de sector hobbydierhouderij, om de tafel krijgen om de gedragscode tot een algemeen succes te maken

-          Verdere ontwikkeling van de internetsite als de meest geraadpleegde site van de hobbydierhouderij

 

Waarvoor staat de stichting


De stichting werkt aan de verbetering van de rechtspositie hobbydierhouder. Door duidelijk te communiceren en te zeggen wat je doet en te doen wat je zegt ontvangt de stichting veel vertrouwen uit het werkveld. De stichting wordt veelvuldig gevraagd mee te helpen bij maatschappelijke knelpunten binnen de hobbydierhouderij. Zoals bij de:

-         Praktische ondersteuning van vijf hobbyboeren uit de vogelpest periode 2003. Ze worden daardoor in de gelegenheid gesteld, in Hoger Beroep te gaan. Deze hobbydierhouders doen baanbrekend werk voor het verbeteren van de rechts positie van alle houders van hobbydieren in Nederland

-         Professionele opzet en uitvoering van het project: ’Naar een gedragscode voor houders van hobbydieren’

-         Verarming op het Friese platteland. Dit, omdat hobbydierhouders door extreme regelgeving, grootschalig stoppen met hun hobby

-         Erfelijke hartaandoeningen bij hobbyhuisdieren. Fokkers, fokken met deze niet gezonde dieren en duperen daardoor hobbydierhouders die afstammelingen kopen. Professor meester Dirk Boon, adviseur van de stichting, neemt het initiatief voor een gerechtelijke procedure om deze ongehoorde praktijken een halt toe te roepen.

 

De stichting let in het bijzonder op kosten. Om die reden vindt benadering naar de hobbydierhouders uitsluitend plaats met behulp van Internet. Actuele en juiste informatie is steeds te vinden op onze site www.helphethobbydier.nl.

 

Wat kunt u in 2006 van de stichting verwachten

 

Uitvoeren project: ‘Naar een gedragscode voor houders van hobbydieren

Op het moment van dit schrijven is de goedkeuring van de aangeschreven financierder(LNV) nog niet binnen. Zodra er groen licht is, start het al samengestelde, projectteam met de uitvoering. Het streven is eind 2006 een geaccepteerde gedragscode te presenteren in nauwe samenwerking met alle partijen binnen de hobbydierhouderij.

 

Hoger beroep zaak; ‘Grootste hobbydierhouder proces ooit’

De hoger beroep zaak uit de vogelpest periode 2003 zal naar het zich laat aanzien in 2006 zijn beslag krijgen. Sinds de oprichting ondersteunt de stichting deze gedupeerde hobbydierhouders. Dit, omdat de stichting van mening is dat de wetgever tijdens deze diercrisis onjuiste afwegingen heeft gemaakt met grote gevolgen voor de hobbydierhouderij.

 

Dankzij de bijdrage van onze vrijwilligers, donateurs het bedrijfsleven en de hobbydierhouders worden we instaat gesteld een belangrijke bijdrage te leveren aan de verbetering van de rechtspositie hobbydierhouder.Ook in 2006 rekenen we op uw steun.

 

Hartelijk dank voor het vertrouwen. Met vriendelijke groet.

 

Martin Hendriksen, voorzitter SBHN